Juno‘s opa

Nee, we gaan niet klagen. Maar toch. Het begint op te vallen. Ik schrijf geen verhalen meer. Mijn laatste verhaal is goed beschouwd een afscheidsbericht. Twee jaar geleden publiceerde ik het met als titel: vandaag geen activiteiten meer.

En nee, echt, ik beklaag me niet. Maar toch. Let’s face it. Ik doe geen flikker meer. Ontbijten, hond uitlaten, boodschappen halen, lunchen, hond uitlaten, een bezoekje aan mijn wijnkelder, een warme maaltijd nuttigen, koffie, het NOS Journaal ongevraagd van commentaar voorzien, hond uitlaten, nog een flesje bier, vooruit en dan weer plat, geeuw. Und so weiter.

En toch is er wel degelijk nog een verhaal te vertellen. Over the old man and his little darling. Dat kleinste kleindochtertje. Juno. Ze kan net lopen. Maar ze kan vooral een oude man opkalefateren met haar verhalen vol humor. De glimlach van een kind doet je beseffen dat je leeft. Ahum.

We lezen het prentenboek nu voor de zoveelste keer. Het is een ritueel in onze verbondenheid. Waar liggen de paardenkeutels, vraag ik als opener. Dáár, schreeuwt ze en duwt haar wijsvinger stevig in de drie hopen shit. BAH! Roep ik dan.

En dat is nog maar het begin. Ze slaagt er telkens in om me aan het lachen te krijgen. Eigenlijk is het een wedstrijd waarin we proberen om elkaar voortdurend aan het lachen te krijgen. Met big smiles als resultaat.

En als ze begint te geeuwen, beschouw ik dat niet als commentaar op mijn aanwezigheid. Ik douw er nog een boterham in, verschoon de luier en draag haar voorzichtig de trap op naar haar bedje. Daar hebben we dan een ritueel met veel beesten. Vervolgens ga ik weg en zeg verontschuldigend dat ik even moet stofzuigen op de overloop. Dat is een perfect slaapmiddel heb ik ontdekt.

Maar zij is niet dom. Gisteren zei ze, toen ik het slaapmuziekje aanzette en langzaam naar de overloop liep: Opa, je hoeft niet te stofzuigen. Glimlachend liep ik naar beneden, opende mijn iPad en schreef weer eens een verhaal.


About this entry